25 oktober 2013 – De gemeente Hengelo dreigt 53 miljoen euro of meer te verliezen op zijn grondbezit. Maar de provincie Overijssel schiet te hulp. De provincie gaat Overijsselse gemeenten helpen die kampen met zwaar weer door een overmoedige grondpolitiek. Hoeveel dit kost is niet bekend gemaakt. Maar er zijn zeker honderden miljoenen euro’s mee gemoeid. Gemeenten kochten grond en ontwikkelden terreinen voor bedrijven en woningbouw. Daarop werd winst gemaakt die ten goede kwam aan de gemeentekas. Toen de crisis uitbrak werd geen grond meer verkocht en bleef de gemeente zitten met de investeringen. Bovendien gingen veel gemeenten rustig door met investeren. De crisis is tijdelijk, dachten ze. Tot de wal het schip keerde.
De grond is nu veel minder waard dan werd betaald. De gemeente Hengelo heeft al 53 miljoen euro vrijgemaakt om de verliezen compenseren. Dat bedrag hangt de gemeente als een molensteen om de nek. Het geld zit in een potje (een ‘voorziening’) dat ieder jaar groter wordt.
De provincie biedt aan om de grond te kopen tegen de boekwaarde. Met dat geld worden de uitstaande leningen betaald. Het potje van 53 miljoen valt vrij en het bedrag kan worden toegevoegd aan het eigen vermogen van de gemeente. Dat vermogen staat er belabberd voor. Het oogt positief maar is dat in feite niet. De risico’s van het grondbedrijf hadden van dit vermogen afgeboekt moeten worden, hetgeen niet is gebeurd. De provincie keurt het goed in de wetenschap dat Hengelo anders (net als diverse andere gemeenten) aan de rand van de afgrond komt te staan of er zelfs invalt.
De provincie Overijssel is steenrijk. O.a. door de miljardendeal bij de verkoop van het energiebedrijf. Met een eigen vermogen van 2 miljard heeft de provincie niet alleen diepe zakken, maar toont het provinciaal bestuur ook een echte ‘noaber’ te zijn. Tal van Overijsselse gemeenten zoals Hengelo worden gered van een gang naar de armoede.
Maar alles heeft zijn prijs. Als de provincie eigenaar wordt van de grond, is de gemeente niet langer meer de beslissende factor als het gaat om stadsontwikkeling. Dat doet pijn. Gemeenten plegen te vechten tegen de beperkende ruimtelijke maatregelen van het provinciebestuur. Op dit moment verkiest men echter alles boven een financieel bankroet.
Bijzonder is dat een enkele gemeente helemaal geen last heeft van de slechte economische omstandigheden. Bijvoorbeeld de gemeente Oldenzaal. Hier is al jarenlang een lokale partij aan de macht. Die geeft een euro pas uit als die ook weer terugverdiend kan worden. En zo hoort het ook. Het is de hoogste tijd dat de landelijke partijen die in de gemeenteraden zitten, hieruit hun lessen trekken. Zeker ook in Hengelo.
Geef een reactie