In de politiek bestaat een nuttige afspraak. Die luidt: de voorzitter is altijd de baas van een vergadering. Zijn of haar besluiten worden gerespecteerd. Protesteren tegen de voorzitter mag. Maar als het “nee” is, dan is het “nee”. Dank zij die afspraak kunnen vergaderingen goed verlopen. Het werkt zolang voorzitters neutraal voorzitten. Anders valt het systeem in duigen.
Onlangs werd mij het woord ontnomen. Voor het eerst in mijn politieke leven. Tijdens een openbare vergadering. De voorzitter was een lid van de PvdA-fractie. We spraken over het stadskantoor. Ik ben tegen nieuwbouw en sprak namens ProHengelo. De PvdA is voor het stadskantoor. Dat maakt niet uit. De voorzitter is neutraal. Een ander raadslid van de PvdA vertegenwoordigt haar fractie.
Mijn speech telde 752 woorden. Dat is weinig voor zo’n omvangrijk onderwerp. Na drie zinnen werd ik al onderbroken. Eerst door de PvdA, daarna het CDA. Interruptie op interruptie volgde. Het gevolg: mijn verhaal over het falende onderzoek naar de alternatieven voor het stadskantoor werd kapot geïnterrumpeerd. Interrumperen mag. Kapot maken mag niet. De voorzitter neemt de spreker daartegen in bescherming. Dat deed de voorzitter niet.
Na 10 minuten interrupties kon ik de scherven van mijn verhaal bij elkaar vegen en verder gaan. Niet voor lang. Na ongeveer 225 woorden (circa twee minuten) werd ik opnieuw onderbroken. Ditmaal door de voorzitter zelf. Ze was niet tevreden met wat ik zei en eiste op hoge toon dat ik onmiddellijk aan mijn conclusies zou beginnen over het onderzoek. Dat weigerde ik. Eerst de analyse, dan de argumenten en ten slotte de conclusie. Zo hoort het. Maar niet volgens de voorzitter. Bij woord 310 (en nog twee interrupties van haar kant) werd mij het woord ontnomen. Nadat een prominent CDA fractielid tegen de voorzitter het seintje gaf ‘afkappen’. U kent dat gebaar wel. Handen die vlak boven de tafel heen en weer bewegen. CDA en PvdA bleken samen te werken en de voorzitter deed mee. ProHengelo mocht zijn visie niet geven. Het politieke debat over het stadskantoor moest worden afgestopt.
Na 40 jaar politieke activiteit ken ik de regels. De voorzitter is altijd de baas. Mijn reactie was dus: okay. Als U mij het woord ontneemt, dan moet U dat maar doen. Ik stop ermee. Dat was het sein voor veel consternatie in de zaal. Diverse raadsleden verdedigden het vrije woord. Waarop de vergadering werd geschorst. In de pauze is op de voorzitter ingepraat. Bij de hervatting bood ze haar excuses aan en kon ik mijn verhaal alsnog afmaken. Een bedrijfsongeval? Nee hoor! 14 dagen later gebeurde ongeveer hetzelfde. Nu met Gezinus Knegt. Dezelfde voorzitter, hetzelfde onderwerp. Hij kreeg een interruptieverbod.
Wat we zien zijn gezamenlijke pogingen van CDA en PvdA om het debat onmogelijk te maken door ProHengelo de mond te snoeren. CDA en PvdA hebben niets te winnen bij een goed debat over het stadskantoor. De kiezer hoeft niet te weten wat in het gemeentehuis gebeurt.
Reacties 3
Je vraagt je af wat nog het democratisch gehalte is van een dergelijke bijeenkomst. Is het enkel de vorm nog? De scherven van je verhaal passen gelukkig allemaal nog. De betekenis van de interrupties heeft ook iedereen begrepen.
Bovenstaande relaas verklaard veel meneer Wiertsema. Het laat zien waar u dit gedrag heeft geleerd. U deed immers hetzelfde bij Leo Janssen tijdens de politieke markt van 24 mei jl. Wat u niet wilt dat u geschied, gun dat ook een ander niet!
Moest u toen ook op het matje komen ?
Geef een reactie